Module Taakeditor

Menu-indeling

	Item	Beschrijving
1	Commando bewerken (CTR)	Kopiëren: Kopieert een opdracht. Knippen: Hiermee knipt u een opdracht. Plakken: Hiermee plakt u een gekopieerde of geknipte opdracht. Verwijderen: Hiermee verwijdert u een opdracht. Rij omhoog: Hiermee verplaatst u een opdracht omhoog met een regel. Rij omlaag: Hiermee verplaatst u een opdracht omlaag met een regel. Annoteren: Annoteert een opdracht om de bijbehorende opdracht uit te sluiten van uitvoering tijdens het uitvoeren van een taak.
2	Takenlijst	Geeft de taakvolgorde weer en een lijst met opdrachten die vanaf het tabblad opdracht zijn toegevoegd. Zodra de taak is aangemaakt, worden de opdrachten Globale variabelen, Hoofd sub en Hoofd sub beëindigen automatisch toegevoegd. De lijst bevat de volgende functies: Meervoudige selectie: Hiermee kunt u meerdere opdrachten selecteren. Taaknaam: Hiermee kunt u de naam bewerken. Opslaan: Hiermee kunt u de gemaakte taak opslaan. Meer bekijken: Hiermee kunnen meer functies met betrekking tot de taak worden uitgevoerd. * Zie het gedeelte hieronder voor meer informatie over de knop meer weergeven. Ongedaan maken: Hiermee kunt u de allerlaatste uitgevoerde actie annuleren. Opnieuw: Hiermee kunt u een geannuleerde actie opnieuw uitvoeren.
3	Commando	Geeft een lijst met opdrachten weer die u aan de takenlijst kunt toevoegen. Zodra een opdracht is geselecteerd, wordt deze toegevoegd aan de takenlijst.
4	Eigendom	In dit gedeelte kunt u de instellingen bekijken en wijzigen van opdrachten die aan de takenlijst zijn toegevoegd.
5	Bewaking	In dit gedeelte kunt u de opdrachten die aan de takenlijst zijn toegevoegd simuleren en verder configureren.

Meer weergeven is als volgt ingedeeld:

	Item	Beschrijving
1	Over	Geeft meer informatie over de taak.
2	Nieuw bestand	Hiermee maakt u een nieuw bestand.
3	Open	Hiermee opent u een taak die al bestaat.
4	Opslaan	Hiermee slaat u de huidige taak op.
5	Opslaan als	Hiermee slaat u de huidige taak op onder een andere naam.
6	Exporteren	Hiermee exporteert u de huidige taak.
7	Sluiten	Hiermee sluit u de taak.
8	Verwijderen	Hiermee verwijdert u de taak.
9	Instellingen	Hiermee stelt u systeemvariabelen in.
10	Info_Bestandsnaam	Hier wordt de bestandsnaam weergegeven.
11	Info_onlangs gewijzigd	Hier ziet u de datum van de laatste wijziging.
12	Info_Laatst afgespeelde parameter	Hier wordt de allerlaatste parameter weergegeven die is uitgevoerd.

Opmerking

Globale variabelen: De globale variabele en globale pose van het taakprogramma kunnen worden ingevoerd op het tabblad Eigenschappen van Global Variables, en vooraf gedefinieerde globale variabelen en globale poses kunnen worden gebruikt in het eigenschappenscherm van het commando toegevoegd aan de takenlijst.
Hoofd Sub, einde hoofdSub : De commando's die u selecteert worden toegevoegd aan de onderkant van Main Sub, En worden uitgevoerd in volgorde van boven naar beneden, van de commando's onder aan Main Sub tot de commando's boven aan End Main Sub.
Wanneer bewaking wordt uitgevoerd met een variabele die is geregistreerd in het tabblad variabele, kan de frequentie van de waardewijziging te snel zijn om de waarde op het scherm weer te geven.
Systeemvariabelen kunnen zonder enige beperking worden geregistreerd voor het aantal vanaf softwareversie V2.8.
Als er te veel systeemvariabelen zijn geregistreerd, kunnen er lange laadtijden zijn voor het uitvoeren van taken.