Handgeleidingsbediening
De gebruiker kan de robotpose wijzigen door de robot direct te bewegen. Gebruik de handgeleidingsknop op de instructiependant of gebruik de cockpit op gewricht J6 om de robotpose te wijzigen.
Let op
- Voordat u het bedieningsbereik van de robot betreedt, drukt u een of twee keer op de knop Handgeleiding op de instructiependant om te controleren of de robot niet beweegt wanneer er geen externe kracht wordt toegepast.
- Als er een tool op de toolflens is geïnstalleerd, configureert u het toolgewicht in de schermen Workcell Manager en Jog van de instructiependant voordat u de robotpose wijzigt. Als de knop Handgeleiding wordt ingedrukt terwijl het toolgewicht niet is geconfigureerd, is het mogelijk dat de robot abrupt beweegt.
- Bij gebruik van gereedschap waarvan het zwaartepunt te ver van de flens ligt (400 mm of meer), kan de robot instabiele trilling genereren. Bedien de robot in dergelijke gevallen handmatig met de jog-functie en niet met handgeleiding.