Namen en functies

Manipulator

Nr.	Item	Omschrijving
1	Cockpit	[Optie] Controller die voor directe instructie wordt gebruikt.
2	Tool flange	Zone waar de tools kunnen worden geïnstalleerd.
3	Flange I/O	De I/O-poort voor toolbesturing. (Digitale input 2ch, output 2ch)
4	LED (1-axis)	Geeft de status van de robot weer met verschillende kleuren. Meer informatie over een robotstatus vindt u in Status en kleur van ledlampje van flens voor elke modus
5	Connector	Wordt gebruikt voor de stroomvoorziening en communicatie van de robot.

Nr.	Item	Omschrijving
1	I/O connection terminal (internal)	Wordt gebruikt om de regelaar of randapparatuur aan te sluiten.
2	Emergency stop button setting switch	De knoppen voor Instructiependant, Slimme pendant en Noodstop werken alleen als ze zijn ingesteld conform de werkelijke configuratie. Waarschuwing Stel de instellingsschakelaar van de noodstopknop in conform Instellingsschakelaar van noodstopknop. Als de instellingsschakelaar afwijkt van de werkelijke configuratie, is het mogelijk dat de noodstopknop niet goed werkt in een noodsituatie, waardoor letsel kan optreden. Controleer de instelling en werking van de noodstopknop.
3	Emergency stop button and smart pendant connection terminal	Verbindt de noodstopknop of kabel van de slimme pendant met de regelaar.
4	Teach pendant cable connection terminal	Wordt gebruikt om de instructiependantkabel met de regelaar te verbinden.
5	Robot cable connection terminal	Wordt gebruikt om de robotkabel aan te sluiten op de regelaar.
6	Power connection terminal	Wordt gebruikt om de voeding van de regelaar aan te sluiten.
7	Power switch	Wordt gebruikt om de hoofdstroom van de regelaar aan of uit te zetten. Zie Systeemvoeding aan/uit voor details.

Nr.	Item	Omschrijving
1	Noodstopknop	Druk in geval van een noodsituatie op de knop om de werking van de robot te stoppen.

De slimme pendant is geen standaarditem, maar een optioneel item. Het moet dus afzonderlijk worden aangeschaft

Raadpleeg voor gedetailleerde productkenmerken: Bijlage. Smart Pendant (A Series).

Nr.	Item	Omschrijving
1	Robot LED	Wordt gebruikt om de robotstatus aan te geven door dezelfde kleur als het LED-lampje van de robotstatus aan de gebruiker te tonen.
2	Device LED	Wordt gebruikt om aan te geven of het systeem in de modus van de slimme pendant staat.
3	Function LED	Door op vier inputsignaalknoppen (F1-F4) te drukken, gaat het LED-lampje branden om de status aan te geven.
4	Buttons	Er zijn in totaal 11 knoppen, inclusief vier inputsignaalknoppen (F1-F4) voor elke functie (home, servo, auto, afspelen, stoppen, hervatten en onderbreken).
5	Emergency Stop Button	Druk in geval van een noodsituatie op de knop om de werking van de robot te stoppen.
6	Power Button	Wordt gebruikt om de hoofdschakelaar van de slimme pendant aan of uit te zetten.
7	Strap Anchor	Wordt gebruikt om een riem aan het apparaat te bevestigen.
8	Holder bracket	Installeer de beugel van de houder aan een wand om de slimme pendant op te bergen.

Opmerking

Voor het gebruik van SW V2.8 of hoger, bevestig het Reset-label aan de Hervatten-knop op de slimme hanger.
Als een versie lager dan SW V2.8 wordt gebruikt, hoeft het resetlabel niet te worden bijgevoegd. In die versie werkt de hervattingsknop in Smart Pendant als een hervattingsfunctie, niet als een reset-functie.
Het label kan tijdens het gebruik loslaten, dus wees voorzichtig.

Nr.	Item	Omschrijving
1	Power button	Wordt gebruikt om de hoofdschakelaar van de instructiependant aan of uit te zetten.
2	Power LED	Schakelt in als er stroom wordt geleverd.
3	Emergency Stop Button	Druk in geval van een noodsituatie op de knop om de werking van de robot te stoppen.
4	Hand guiding button	Houd de knop ingedrukt om de robot vrij te bewegen in de gewenste houding.

Opmerking

Als u de instructiependant tijdens het werk moet beveiligen en vasthouden, kunt u deze veiliger en gemakkelijker gebruiken met een zachte cover, verstrekt door Doosan Robotics.