Skip to main content
Skip table of contents

Veiligheidsstopmodi

De veiligheidsspecificatie bewakingsfunctie kan grensoverschrijdingen detecteren en de stopmodus instellen die wordt gebruikt bij het stoppen van de robot.

Veiligheidsstopmodi kunnen worden ingesteld in Robotparameter > Veiligheidsinstellingen > veiligheidsstopmodi. Raadpleeg voor meer informatie over elk item Veiligheidsspecificatie bewakingsfunctiede functie Safety-Rated Monitoring .

Veiligheidsstopmodus

Beschrijving

1

Noodstop

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de noodstopknop van de pendent inleren of het extra geïnstalleerde externe apparaat wordt geactiveerd. (Alleen STO of SS1 kan worden geselecteerd.)

2

Veiligheidsstop

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de extern aangesloten beschermingsuitrusting wordt geactiveerd.

3

Overschrijding limiet gewrichtshoek

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de hoek van elke verbinding het ingestelde limietbereik overschrijdt.

4

Overschrijding gezamenlijke snelheidslimiet

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de snelheid van de hoekverbinding van elke verbinding het ingestelde limietbereik overschrijdt.

5

Botsingsdetectie

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de externe kracht die op de as wordt uitgeoefend, het ingestelde grensbereik overschrijdt. Stopmodi voor samenwerkingszone en standalone-zone kunnen afzonderlijk worden ingesteld. Naast STO, SS1 en SS2 kan RS1 worden ingesteld op de stopmodus.

6

Overschrijding van TCP/Robot-positielimiet

Het stelt de stopmodus geactiveerd wanneer het gereedschap middelpunt (TCP) en de robotpositie de Space Limit van de robot in de werkcel Manager overtreden. Het bepaalt ook of de TCP zich binnen de veiligheidszone bevindt (Collaborative Zone, Crushing Prevention Zone, Collision Sensitivity Reduction Zone, Tool Orientation Limit Zone of Custom Zone).

7

Overschrijding TCP-oriëntatielimiet

Het stelt de stopmodus in wanneer de tool center point (TCP) oriëntatie binnen de TCP Orientation Limit Zone het hoekgrensbereik overschrijdt dat door de robot is ingesteld via de workcell Manager.

8

Overschrijding TCP-snelheidslimiet

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de snelheid van het middelste punt van het gereedschap (TCP) het ingestelde limietbereik overschrijdt.

9

Overschrijding TCP-limiet forceren

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de externe kracht die wordt uitgeoefend op het middelste punt van het gereedschap (TCP) het ingestelde limietbereik overschrijdt. Stopmodi voor samenwerkingszone en standalone-zone kunnen afzonderlijk worden ingesteld. Naast STO, SS1 en SS2 kan RS1 worden ingesteld als stopmodus.

10

Overschrijding van Momentum Limit

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer het momentum van de robot de ingestelde limiet overschrijdt.

11

Overschrijding limiet mechanisch vermogen

Hiermee wordt de stopmodus ingesteld wanneer de mechanische kracht van de robot de ingestelde limiet overschrijdt.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.